Weer op plaats van bestemming: bewolkt, regen en onweerspuien, 23 graden
Weer thuis: bewolkt en aangenaam, 23 graden

Vandaag heb ik eerst uitgeslapen, daarna uitgebreid ontbeten met versgebakken croissants en mijn boek gelezen. Ik heb ook eendenbouten in de oven geschoven voor de pastasaus voor vanavond. Daarna ben ik van start gegaan want ik had veel op de planning staan: ik ging naar twee kerken, drie musea, een doopkapel en een huis.

Duomo
De dom, Cattedrale di Santa Maria Assunta, van vind ik een van de meest indrukwekkende en zeker de meest bizarre kathedraal waar ik geweest ben in Italië. Toen ik voor de kathedraal stond vond ik de gevel mooi, maar ik had de duomo van Florence en Milaan gezien en deze leek me wat klein en, mag ik dat zeggen?, simpel. Maar toen was ik nog niet binnen geweest en kende ik het verhaal niet achter deze kerk.
De kathedraal werd gebouwd in de 13e eeuw in gotische stijl. De façade werd in 1380 voltooid en is rijk versierd met beelden, kroonlijsten en een mozaïek bovenin. Tegen de kerk aan staat de campanile (klokkentoren). De buitenkant van de dom en de klokkentoren zijn zwart-wit gestreept, net als het wapen van de stad. Niets opmerkelijks, maar nu komt het bizarre: de dom moest de grootste kerk ter wereld worden, maar is nooit afgemaakt. Bewijs hiervan is nog te vinden aan de rechterkant van de kerk waar zich een lange onvoltooide muur bevindt, die onderdeel hadden moeten uitmaken van het gebouw. Gebrek aan geld en de pest maakten een eind aan het plan, maar de muren bleven staan en nu moet je daar het kaartje kopen voor de kerk.
Het werd nog gaver toen ik de kerk binnenliep. Het interieur van de kathedraal heeft de vorm van een Latijns kruis met drie schepen en pilaren met zwart-witte strepen. Langshet middenschip is een lijst met 172 borstbeelden van pausen uit de periode van 1400-1500 en 36 borstbeelden van keizers. Als je meer wilt weten over het interieur van de kerk verwijs ik je graag naar de wikipedia pagina, want ik vond het overbodig die te kopiëren.
De kerk is vanbinnen groter dan ik verwachtte toen ik er voor stond. en zeker veel indrukwekkender. Er was zoveel te zien, kapellen, beelden, fresco’s en het hoogtepunt de vloer! Die vloer was zo ongelooflijk prachtig en ik voel me nog steeds bevoorrecht dat ik hem heb gezien want het grootste deel van het jaar is hij afgedekt zodat hij niet te veel beschadigd raakt door de duizenden voeten die er over lopen. De foto’s die ik nam van de vloer geven niet goed weer hoe mooi hij is, maar op CiaoTutti en de site van de duomo staan wel hele mooie foto’s en aangezien je de vloer waarschijnlijk niet kan ziet als je er bent is het sowieso leuk die te bekijken.

Onderdeel van de kathedraal is de Libreria Piccolomini, de bibliotheek gebouwd in opdracht van kardinaal Piccolomini, later paus Pius III. De bibliotheek is rijk versierd met prachtige fresco’s van Pinturicchio. En vergeet niet naar boven te kijken want het plafond is minstens zo indrukwekkend.

Museo dell’Opera Metropolitana del Duomo
In een van de gebouwen op het plein voor de duomo zit het museum van de dom met beelden die oorspronkelijk op de voorgevel stonden, relikwieën en religieuze objecten van de dom. Ik vind dit soort musea vaak een beetje tegenvallen, maar deze vond ik wel het bezoeken waard. De beelden, schilderijen, wandtapijten en kerkramen vond ik mooi en het altaarstuk, de Maestà van de kunstschilder Duccio di Buoninsegna, vond ik echt prachtig! Ik denk dat dit de bekendste Maestà (Maria op troon met baby Jezus op schoot, omringd door heiligen en/of engelen) en hij is ook langsgekomen bij kunstgeschiedenis. Het is zo’n werk waar ik heel lang naar kan kijken en dat deed ik dus ook.

Complesso Museale Santa Maria della Scala
Ook aan het plein, tegenover de dom is het tweede museum dat ik vandaag bezocht: het Complesso Museale Santa Maria della Scala. In dit complex zat ooit een belangrijk ziekenhuis voor wezen, armen en pelgrims (Siena lag op een pelgrimsroute). Het was een van de eerste ziekenhuizen in de wereld en inkomsten kwamen voor een groot deel uit giften van de bevolking. Volgens de legende (ja!) werd het ziekenhuis in 898 gesticht door een schoenmaker genaamd Sorore. Het eerste bekende document waarin het wordt genoemd, is echter een schenkingsakte van 29 maart 1090.
In de jaren 1330 gaf het ziekenhuis opdracht tot het maken van veel fresco’s binnen en buiten. De fresco’s buiten bestaan niet meer, maar de binnenkunst, fresco’s en altaarstukken gemaakt na de pestepidemie zijn nog steeds te zien en ik vond ze erg mooi!
Het complex is groot en naast de fresco’s en schatten van het ziekenhuis zit er een archeologisch museum, een kindermuseum en een museum met de oorspronkelijke beelden en reliëfs van de Fonte Gaia op het Piazza del Campo waar ik gisteren was.

Baptesterium
In de muur rechts naast de dom zit een poort. Daarachter zit een pleintje met links een trap heel diep naar beneden. Dit is een van de plekken waaraan je merkt dat Siena is gebouwd op steile heuvels. Ik weet nog dat na drie dagen Siena mijn kuiten behoorlijk pijn deden. Onderaan de trap is het Battistero di San Giovanni.Het Baptisterium is in feite het fundament van de uitbreiding van de apsis van de kathedraal. Het is gebouwd tussen 1317 en 1325 en de voorgevel uit 1355–1382 bestaat uit wit marmer en heeft drie portalen. De decoratie van de is uit de vijftiende eeuw. De buitenkant past precies bij de kathedraal en de binnenkant ook, want ook hier vond ik het verschil tussen de twee groot. De wanden en plafonds zitten vol met de mooiste fresco’s en het doopfond dat gemaakt werd door Jacopo della Quercia, Ghiberti en Donatello, die ook aan de beroemde deuren van het baptisterium in Florence werkten, en Giovanni di Turino.

Pinactoteca Nazionale
In een van de zijstraten van Piazza del Duomo zit het derde en laatste museum waar ik vandaag naartoe ging de Pinacoteca Nazionale. Dit is een van de belangrijkste musea van Italië en daarom kon ik het niet overslaan. Het museum zit in de palazzi Buonsignori en Brigidi. Het Palazzo Brigidi werd gebouwd in de 14e eeuw en was de residentie van de familie Pannocchieschi. Het Palazzo Buonsignori stamt uit de 15e eeuw en heeft een voorgevel die geïnspireerd is op het Palazzo Pubblico. Het museum bevat veel werken van Sienese primitieven en Renaissance meesters. Het heeft een grote collectie ‘gouden achtergrond’-schilderijen uit Siena en een aantal werken van Vlaamse, Hollandse en Duitse meesters. Ik vermoed dat dit museum mede verantwoordelijk was voor de overdosis aan (middeleeuwse en renaissance) kunst die ik in 2007 tijdens mijn reis had. Ik vond dit een ontzettend gaaf museum, maar er is zoveel te zien! Hoogtepunt vond ik het altaarstuk Polittico dei Gesuati van Sano di Pietro.

Sint Catherina
Aan de andere kant van het centrum, tegenover het voetbalstadion staat de Basilica di San Domenico. De kerk is groot, maar niet erg interessant. Waarom ik er toch naartoe ging? Omdat ze relikwieën van Sint Catherina hebben. Catherina leefde van 1347 tot 1380 en was dochter van een wolverver. Ze was lid van de Dominicaner orde en filosoof en theoloog. Toen ze 28 was voelde ze niet-zichtbare innerlijke verwondingen, stigmata, twee jaar later had ze een visioen van Maria waarin die zei dat ze verwekt met de erfzonde, dus niet via onbevlekte ontvangenis (deze stelling werd gesteund door de Dominicaanse orde waartoe Catharina behoorde). Aan het eind van haar leven ontving ze het hart van Jezus, dat ze ruilde voor haar eigen hart. Catherina overleed toen ze 33 was (net als Jezus) aan de gevolgen van langdurig vasten. Catherina overleed niet in Siena maar in Rome en is daar ook begraven, maar haar hoofd werd naar Siena gebracht en het gemummificeerde hoofd is te zien in de Catherinakapel in de Basilica di San Domenico. Fijn! Vlakbij de kerk is het huis van Caterina: Casa di Santa Caterina. Ik ben hier niet geweest, maar ik vind het wel leuk dat het er nog is, al vind ik het er meer uitzien als een klooster dan een huis, maar het schijnt echt haar ouderlijk huis te zijn geweest. Het leek me alleen niet zo speciaal. Ik vond het wel heel leuk om in de straatjes rond het huis met poortjes en trappetjes te verdwalen.

Eten
In Toscane wordt veel wild gegeten, vooral everzwijn maar ook eend dus vandaag maakte ik pasta con ragù all’anatra. Ik liet eendenbouten drie uur in de op oven op 150 graden met wat olie en peper en verse rozemarijn garen. Na anderhalf uur draaide ik de eendenbouten om en voegde selderij, wortel, tomaat uit blik en gedroogde oregano toe. Na nogmaals anderhalf uur rook het hier heerlijk en hoefde ik alleen het vlees van het bot te halen, wat heel makkelijk ging, wat zout toe te voegen en tagliatelle te koken.

Morgen reis ik verder naar mijn favoriete Italiaanse stad, Florence.