Virtuele vakantie: Bretagne dag 3, Belle-Île-en-Mer

Weer op plaats van bestemming: zon en bewolking, 20 graden
Weer thuis: zon en bewolking, 22 graden

Het is heel raar, alle andere stops aan de kust vond ik heel fijn maar ik kreeg nergens zin om naar de zee te gaan, tot nu. Misschien is dat omdat de Atlantische kust mij meer trekt dan de kust van de Middellandse zee of misschien omdat ik meer van het strand en de kust houd in de herfst dan in de zomer. Ik houd sowieso meer van de herfst dan van de zomer. Ik weet dat het nog geen herfst is, maar het begint wel een beetje zo te voelen. De blaadjes aan de bomen verkleuren (dat heeft meer met de droge zomer dan de herfst te maken), het is koeler buiten, het waait weer wat meer en het licht is anders dan een paar dagen geleden.

Ik schreef vorige keer dat ik zou gaan eilandhoppen, maar dat klopt niet helemaal want ik ging maar naar één eiland. Vandaag vooral veel kust, zee en een aantal dorpen, stadjes en veel rotsblokken. Vandaag niet heel veel beschrijvingen en geschiedenis want ik was daar te moe en te druk voor, maar met bezoekje aan het ziekenhuis en de Franse supermarkt, met oesters eten, een nieuwe rollator kopen en boeken lezen en het belangrijkste: mijn huis opruimen, al schiet dat minder op dan ik hoopte.

foto van MarineBrs via Pixabay

Belle-Île-en-Mer, Enez ar Gerveur (Citadeleiland) in Bretons
Ik ben vandaag met een liedje. Ik wist heel lang niet dat Belle-Île -en-Mer in Bretagne lag, maar ik kende dit liedje en toen heb ik het maar eens opgezocht. Dat was al meer dan 35 jaar geleden. Ik word oud! Dit liedje is ook al net zo lang regelmatig een oorwurm.

Belle île betekent mooi eiland en dat is het ook echt.
20 bij 9 km er zijn vier gemeenten, Bangor, Lochmaria, Sauzon en Le Palais, die uit verschillende dorpen en gehuchten bestaan.
De foto’s op street view die ik bekeek tijdens mijn wandeling over het eiland waren genomen in oktober. De ultieme herfstbelevenis.
Prachtige zandstranden, rotsen en kliffen, havens, groene velden, bos, kleine gehuchten en iets grotere dorpen. Ik ben langs de kust van het eiland gegaan. De meeste wegen staan op street view en als de straten er niet op staan zijn er foto’s van plekken. De uitzichten vanaf de kliffen en rotsen vond ik prachtig, de stranden zijn spierwit en de zee was een beetje woest.

Ik ben begonnen op het oostelijke puntje waar de Phare de Kerdonis staat. Het vuurtorenhuis is van 1879. Ik vond dit verhaal op wikipedia: op 18 april 1911 overlijdt de vuurtorenwachter na een instorting tijdens het schoonmaken van de lens van de vuurtoren. Zijn oudste kinderen, elf en dertien jaar oud, moesten het baken de hele nacht laten branden. Omdat het mechanisme na de schoonmaak gedeeltelijk was gedemonteerd moesten ze het de hele nacht met de hand bedienen. Hun moeder waakte ondertussen over de dode man. De belastinginner van Belle-Île, de heer Raissac, schreef een brief die op 6 juni door Le Figaro werd gepubliceerd en werd overgenomen door de gehele pers. Hierdoor was iedereen op de hoogte van de heldendaad, er werd een lied over geschreven (Les Petits Gardiens du feu) en de moeder ontving een eremedaille.
Bij Plage de Samzun zit een leuk poortje in de duin.
Plage des Grands Sables is een prachtig wit strand en de zee is er rustig. Aan de linkerkant heeft het zand een roodachtige tint door de aanwezigheid van granaatpoeder. Het is het grootste strand van Belle-Île. Plage des Grands Sables heeft ook een historische betekenis, met overblijfselen van de vestingswerken La Ferrière uit 1747 aan de rand van het strand. Dat leuke poortje bij Plag de Samzun hoort ook bij de fortificatie. Het fort La Ferrière werd in 1858 iets van het strand gebouwd en ligt nu half onder een duin.
Aiguade Vauban, ook wel bekend als La Belle Fontaine, is een waterreservoir uit de 17e eeuw. Toen werd het gebruikt om de Franse vloot van zoet water te voorzien. Het is een heel complex inclusief verdedigingsmuren.

Le Palais, Porzh-Lae 
Le Palais is het belangrijkste stadje en haven op Belle-Île en dit is de plek waar je aankomt als je met de boot vanaf Quiberon komt.
Het is een vissers-, handels- en plezierhaven die goed beschut ligt tegen de wind.
De opvallende naam komt niet van een paleis, al was er wel een fort. De oudste vormen van de naam van het fort en de stad zijn Paloë (11e eeuw ), Palloë villa, het kasteel van Balaë ook gespeld als Pelé, Pallay (zonder lidwoord) in de 16e eeuw. De naam werd begin 17e eeuw in het Frans opnieuw vormgegeven  in de huidige vorm Palais en in de19e eeuw Le Palais met een lidwoord. De inwoners zeggen nog steeds Palais zonder het lidwoord.
In de 10e eeuw was het eiland ontvolkt door invallen van piraten. Geoffroy I (hertog van Bretagne) gaf het in 1004 aan de Benedictijnen van de abdij van Redon die er een eerste citadel of fort bouwden. Zijn zoon, Alain III, gaf het in 1029 aan Alain Canhiart (bisschop en graaf van Cornwall), die de monniken van Redon verving door die van de abdij van het Heilige Kruis van Quimperlé. Rond de 14e eeuw werd het eiland geteisterd door Engelse piraten. Koning Filips de Schone schreef aan Edward II van Engeland om te klagen over hun plunderingen en de ontvoering van geestelijken en inwoners. De aanvallen van Engelse piraten bleven doorgaan dus gaf koning Henry II in 1558 François de Rohan-Gié (luitenant-generaal van Bretagne) opdracht een fort te bouwen bij Palais en de granieten stenen van de sloop van het kasteel van Auray te gebruiken. In het dorp Roserière zijn nog steeds een gewelf en een deel van de voorgevel van het fort te zien. In 1549 wilden de Engelsen Palais zo graag veroveren dat koning Charles IX Albert de Gondi (diplomaat en hertog van Retz) opdracht gaf om het fort te versterken om de toegang tot de haven van Palais te beschermen. De Gondi werd graaf en later markies en eigenaar van Belle-Île. De familie Gondi regeerde 86 jaar en onder hun bewind werd Palais een welvarend stadje. In de 17e eeuw werd Nicolas Fouquet markies van Belle-Île. Hij kreeg de taak om het fort te versterken. Maar hij werd veroordeeld voor verduistering en daarna werd Sébastien Le Prestre de Vauban aangesteld om het fort te voltooien. Het fort staat nu bekend als Citadelle Vauban In 1659 werd op initiatief van de vrouw van Nicolas Fouquet met de hulp van Vincent de Paul (later heilig verklaard) een ziekenhuis gebouwd, het Koninklijk Ziekenhuis Saint-Louis. Hiervan zijn alleen een in 1767 gebouwde vleugel en de toegangspoort bewaard zijn gebleven.
In de tweede helft van de 18e eeuw vestigden zich  meer dan 70 door de Engelsen vervolgde Acadische families in Le Palais. In de 19e eeuw  ontwikkelden zich twee activiteiten: de sardinevisserij, dankzij de uitvinding van blikconserven,  en het toerisme. De meeste militaire gebouwen hebben een andere functie gekregen, het arsenaal is een museum en de kazerne een hotel. Le Palais is een klein stadje en behalve de citadel is er niet veel te doen.

foto van corto45 via Pixabay

Na Le Palais ging ik naar het Fort de Taillefer dat in 1689 na het eerste bezoek van Sébastien Le Prestre de Vauban werd gebouwd. Het is een groot fort dat half in de duinen ligt. Het is toegankelijk en ik zag op een foto uit 2020 dat het helemaal volgespoten is/was met grafitti. Daarna ging ik via Crique des Canons, Plage de Port Jean en Pointe de Kerzo naar Sauzon

Sauzon
Sauzon is voornamelijk gebouwd op de linkeroever van de monding van de rivier Sauzon. De baai die de monding vormt is omgebouwd tot een kleine vissers- en jachthaven, bijgenaamd “de bloemenhaven”.
In de haven kwamen al in de 4e eeuw Venetiaanse schepen .Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk in 476, veroverden Saksische plunderaars Sauzon en bleven daar twee eeuwen. De Britten die waren verdreven van hun eiland vestigden zich in de  5e eeuw in Sauzon en leefden van visserij en landbouw.
In 1831 verleende koning Lodewijk Filips (de laatste koning van Frankrijk) de nodige kredieten om de haven te bouwen. Ter ere van hem werd de gemeente Sauzon omgedoopt tot Port-Philippe, maar deze naam werd nooit echt gebruikt door de bevolking, dus keerde de gemeente terug naar haar oorspronkelijke naam: Port de Sauzon. Vanaf 1843 werden drie visconservenfabrieken in de stad gevestigd, wat zorgde voor welvaart.
Ik vond Sauzon een schattig stadje met de gekleurde huisjes, een lief kerkje, een mooi vuurtorentje aan het begin van de haven en visnetten over de kademuren. Het zou zo een stadje uit een feelgoodroman of -film kunnen zijn.

foto van corto45 via Pixabay

Een stukje naar het noordwesten staat de Phare des Poulains op de Pointe des Poulains, Beg er Pollen. Dit punt op het eiland is gevaarlijk omdat er verschillende zeestromingen botsen en de harde wind van alle kanten komt. De zee is hier ook heel druk omdat er veel op sardines wordt gevist. De vuurtoren is daarom erg belangrijk. Toch kwam de vuurtoren er pas in 1867. De plek werd populair gemaakt door de Franse schrijfster Sarah Bernhardt die in het nabijgelegen haar zomers doorbracht. Naast Pointe des Poulains ligt Rocher le Chien, Roch ar C’hi, in zee en hij heet zo omdat hij op een hond lijkt.
Fort Sarah Bernardt is een militair fort uit de 19e eeuw. De actrice Sara Bernhardt kocht het in 1894 en zij bracht er tot 1922 har zomers door.
Sinds 2000 staat het op de monumentenlijst en zit het Sara Bernhardt museum in het fort.
Vanaf hier is de kust heel anders dan aan de andere kant van het eiland en het heet niet voor niets Côte Sauvage (wilde kust). De zee is er opeens niet meer zo kalm, er steken rotsen uit het water en de kust is ook veel rotsachtiger.
Koh Kastell is een schiereilandje. In de rotsen loopt een enorme scheur. Gaaf om te zien, maar wel eng. Grotte De L’ Apothicairerie is de grootste grot op Belle-Île. Eigenlijk zijn het twee grotten die aan beide kanten van een rotspunt zitten en met elkaar verbonden zijn. De grot dankt zijn naam aan de talrijke vogelnesten, regelmatig gerangschikt langs de wanden, die doen denken aan potten met farmaceutische producten, zoals die in apotheken stonden.
Voor de côte sauvage liggen allemaal kleine eilandjes waar onder Île aux Goélands (meeuweeiland). Deze eilandjes worden voornamelijk bewoond door zeevogels.
Ik wilde aan de kust blijven maar ik moest gewoon even het binnenland in voor de menhirs Jean en Jeanne van Kerledan. Die naam alleen al vind ik fantastisch. Jean is 4,7 meter en Jeanne is 4,05 meter. Eigenlijk waren er twee andere menhirs met deze namen. In 1760 werden er twee menhirs in de buurt van een verwoeste grafheuvel gemeld: een eerste menhir genaamd “Jean” van 3,60 meter van rode schist en een tweede menhir genaamd “Jeanne” van 7,90  meter van een rotsblok dat “graniet” werd genoemd, omdat het bestond uit grote fragmenten kwarts en veldspaat en niet van lokale oorsprong leek te zijn. In 1770 beeldde Félix Le Royer de La Sauvagère in zijn Collectie van Oudheden in Gallië een 
menhir uit Runelo af die de aandacht trok omdat men vermoedde dat het blok waarvan hij was gemaakt afkomstig was van het vasteland. Toen ze de menhir uitgroeven om het gesteente te kunnen testen kantelde hij en brak in twee delen toen hij viel. Rond 1840 werden de twee menhirs afgezaagd om de muren van een naburig perceel in Kersantel te bouwen. De menhirs staan gewoon in een weiland. Terug aan de kust is Ancien sémaphore Er Hastellic, een oude seintoren uit1861 die nu niet meer dan een ruïne is.
Toen naar Plage du Vazen, een klein strandje in een baaitje tussen de rotsen. Een stukje verderop is Le Trou de Vazen. In de rots zit een gat, ontstaan door erosie. Onderaan de rots zit een grot waardoor het water in het gat in verbinding staat met de zee.
Bij Port-Coton staan allemaal dunne spitse rotsen in de zee die les Aiguilles (naalden) de Port-Coton worden genoemd. Verder langs de kust zijn nog meer rotsen, grotten en eilandjes. Aan deze kant van het eiland zijn weinig stranden en bijna geen stranden met mooi wit zand. Bijna bij de punt van het eiland ligt de Jardin La Boulaye. Dit is een privétuin gelegen in een vallei en hij staat vol met hortensia’s, beelden, vijvers en watervallen, een eeuwenoud washuis, oude stenen muren, een labyrint van gaspeldoorn. De tuin is toegankelijk op afspraak en dan krijg je een rondleiding van de eigenaar. Ik kon de tuin bekijken via de foto’s op de site van het eiland waarvan de link hieronder staat.
Ik ben nog naar een grot geweest: Grotte de Porthos, of Grotte des vaches. Ik wilde er niet naartoe omdat het zo’n mooie grot is, ik kon er zelfs geen foto’s van vinden, maar omdat hij voorkomt in het boek Vicomte de Bragelonne van Alexandre Dumas, in de roman Vicomte de Bragelonne werd de musketier Porthos in de grot gedood.
Om de punt richting het noordoosten ging ik weer naar het punt waar ik begon, maar eerst stopte ik nog even bij Fortin de Port Maria. Dit fort uit de 17e eeuw dat net als de forten bij Le Palais door Vauban is gebouwd om het eiland te beschermen tegen de Engelsen.

Ik vond Belle-Île -en-Mer een prachtig, het doet zijn naam echt eer aan. Het is ruig, maar ook idyllisch en volgens mij is het een heerlijke plek om te wandelen.
Volgende stop is Quiberon.

Eten
Vorige week heb ik crèpes gebakken. Ik wilde eigenlijk galettes bakken, maar het boekweitmeel zag er niet heel fris meer uit dus gebruikte ik gewone tarwemeel en werden het dus crèpes. Ik at er twee met ham en kaas, met een salade (met artisjokkenharten) erbij en een als toetje met kastanjecrème. In middels heb ik nieuwe boekweitmeel dus deze week bak ik alsnog galettes.

Vandaag gebruikt

Wandelingen
Belle-Île-en-Mer https://youtu.be/HwnOvcc2qq0

Belle-Île-en-Mer
https://fr.wikipedia.org/wiki/Belle-%C3%8Ele-en-Mer
https://www.belle-ile.com/
https://www.bretagne-vakantie.com/bestemmingen/de-10-bestemmingen/zuid-bretagne-golf-van-morbihan/belle-ile-en-mer/
Phare de Kerdonis
https://fr.wikipedia.org/wiki/Phare_de_Kerdonis#H%C3%A9ro%C3%AFsme_de_la_famille_du_gardien
La Ferrière
https://fr.wikipedia.org/wiki/Ensemble_fortifi%C3%A9_de_La_Ferri%C3%A8re
Aiguade Vauban
https://fr.wikipedia.org/wiki/Aiguade_Vauban
Le Palais
https://fr.wikipedia.org/wiki/Le_Palais
Citadelle
https://fr.wikipedia.org/wiki/Citadelle_de_Belle-%C3%8Ele-en-Mer
Fort de Taillefer
https://fr.wikipedia.org/wiki/Fort_de_Taillefer
Sauzon
https://fr.wikipedia.org/wiki/Sauzon
Phare des Poulains
https://fr.wikipedia.org/wiki/Phare_des_Poulains
Fort Sarah Bernardt
https://fr.wikipedia.org/wiki/Fort_Sarah-Bernhardt
Koh Kastell
https://fr.wikipedia.org/wiki/Koh_Kastell
Grotte De L’ Apothicairerie
https://fr.wikipedia.org/wiki/Grotte_de_l%27Apothicairerie
Menhirs Jean en Jeanne van Kerledan
https://fr.wikipedia.org/wiki/Menhirs_Jean_et_Jeanne_de_Kerledan
Jardin La Boulaye
https://www.belle-ile.com/offres/jardin-de-la-boulaye-locmaria-fr-135663/
Fortin de Port Maria
https://fr.wikipedia.org/wiki/Fortin_de_Port_Maria

Gidsen
Capitoolgids Bretagne

Aan het lezen
Ogen zo grijs als regen van Sophie Tal Men (Grey’s anatomy meets The Holiday in de vorm van chicklit)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *